Zomertijd
23 maart 2009 - In de nacht van 28 op 29 maart gaat de zomertijd weer in. De klokken worden om 2 uur een uur vooruit gezet, dus van 2 naar 3 uur (ezelsbruggetje: in het VOORjaar gaat de klok een uur VOORuit).
In de laatste nacht van maart wordt de klok weer een uur vooruitgezet
Sinds 1980 begint de zomertijd op de laatste zondag van maart. Sinds 1996 eindigt deze op de laatste zondag van oktober. In de jaren 1916-1939 begon de zomertijd het vroegst op 26 maart (1922) en eindigde het laatst op 8 oktober (1922, 1933 en 1939). In de jaren 1977-1995 was 25 maart de vroegste datum (1984, 1990) en 1 oktober (1978) de laatste einddatum. Door de zomertijd wordt het niet in het holst van de nacht licht. 's Avonds kan dus een uur langer van daglicht worden geprofiteerd. Zonder zomertijd zou het eind juni tegen half vier licht worden en tegen half tien 's avonds donker. Dankzij de zomertijd verschuift de daglichtperiode een uur. Het weer stoort zich uiteraard niet aan de zomertijd, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen een uur opschuift. Zo wordt de hoogste temperatuur van de dag meestal enkele uren na het middaguur bereikt. Door de zomertijd valt het warmste moment gemiddeld ongeveer tussen drie en vijf uur in de middag. De laagste temperatuur van het etmaal wordt door de zomertijd ook later bereikt. De dag begint voor ons in het algemeen wat frisser met een grote kans op ochtendmist. Ook het slaap/waak ritme kan worden ontregeld.In Nederland is de zomertijd in 1977, vanwege de oliecrisis, opnieuw ingevoerd. Ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Benjamin Franklin (1706-1790), bekend als uitvinder van de bliksemafleider, was één van de eerste die de zomertijd beschreef. Het verbaasde hem dat de zon zo vroeg in de ochtend al scheen. "Hoeveel kaarsen en dus geld kon je vooral in de zomer uitsparen door een paar uur eerder te leven".De uitvinder van de zomertijd is de Londense aannemer William Willett, die in 1907 hierover een pamflet schreef. "Gedurende de helft van het jaar schijnt de zon al een paar uur als wij nog liggen te slapen en gaat ze al onder als we thuiskomen van ons werk. Waarom zetten we de klok in die periode niet vooruit?" Volgens zijn becijferingen zou aan elektriciteitskosten kunnen worden bespaard. Pas na het uitbreken van de eerste Wereldoorlog in 1916 werd de zomertijd in de hele wereld geruisloos ingevoerd als besparende maatregel. Tot begin de 20e eeuw had vrijwel elke plaats in ons land zijn eigen tijd, omdat voor de tijdbepaling werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon. Omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat werd de hoogste zonnestand in het oosten van ons land een kwartier eerder bereikt dan in het westen.De komst van de spoorwegen maakte invoering van een landelijke standaardtijd noodzakelijk. Van 1909 tot 16 mei 1940 kende Nederland de Amsterdamse tijd. Die liep 20 minuten voor op de West-Europese tijd (Greenwich Mean Time) en 40 minuten achter op de Midden-Europese Tijd. Dus 12:00 uur in Nederland was 11:40 in Londen en 12:40 in Berlijn. Overgang naar de huidige Midden- Europese Tijd vond plaats op 16 mei 1940. Op bevel van de Duitse bezetters werd de klok toen één uur en 40 minuten vooruit gezet. Die zomertijd duurde ook gedurende de winters van 1941 en 1942. Pas in november 1942 werd de klok weer een uur teruggezet. In de jaren 1943-1945 gold alleen 's zomers de zomertijd, maar in 1946 werd deze voor een periode van ruim dertig jaar geheel afgeschaft. Voor de tijdrekening die we nu kennen is de aarde verdeeld in 24 zones, waarin een standaardtijd geldt. Als maatstaf (universele tijd) wordt de tijd van Greenwich in Engeland genomen. Nederland en het grootste deel van Europa liggen in de zone ten oosten daarvan, waarin het een uur later is dan in Greenwich. De tijd wordt de Midden-Europese Tijd genoemd (MET) in de zomer de Midden-Europese zomertijd (MEZT).
vrijdag, maart 27, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Lekker. Als het een beetje weer wordt 's avonds wat langer licht in de tuin.
Een reactie posten